JavaScript seems to be disabled in your browser. For the best experience on our site, be sure to turn on Javascript in your browser.
We use cookies to make your experience better. To comply with the new e-Privacy directive, we need to ask for your consent to set the cookies. Learn more.
Architectuurhistoricus Wouter van Elburg deed onderzoek naar de ruimte achter Nederlandse voordeuren: de entree. Zijn gedachte was dat deze ruimte een rol speelt in hoe een huis verder is ingedeeld. Op basis van 2500 plattegronden van huizen tussen 1550 en 1950 identificeerde hij acht verschillende entreeruimtes. Voor het onderzoek werd gekeken in de woonhuizencollectie van Vereniging Hendrick de Keyser én, uit oogpunt van representativiteit, naar woonhuisplattegronden die bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) te vinden zijn. Rijksmonumenten, maar ook een groot aantal afgebroken panden. Acht varianten werden vastgesteld: de entreeruimte met nevenfuncties (zoals huizen waar je in de woonkamer of keuken binnenkomt), het tochtportaal, het voorhuis, de vestibule, de gang, de dwarsgang, de hal en de trappenhuis-entree. Typologisch plattegrondonderzoek naar ruimtes (zogeheten ‘ruimtetypen’) biedt een verdieping en aanvulling op bestaand inzichten over constructies, materialen en huistypen van historische Nederlandse woonhuizen. Het bestuderen van plattegronden, en dan met een nadruk op de verschijningsvorm van afzonderlijke ruimtes, is in de architectuurgeschiedenis een nieuw onderzoeksgebied.