JavaScript seems to be disabled in your browser. For the best experience on our site, be sure to turn on Javascript in your browser.
We use cookies to make your experience better. To comply with the new e-Privacy directive, we need to ask for your consent to set the cookies. Learn more.
Oude steden als Amsterdam zijn toeristische attracties. De basis voor die ontwikkeling werd gelegd rond 1840, toen de trein, de fotografie en moderne reisgidsen het massatoerisme op gang brachten. Maar wie of wat bepaalde eigenlijk wat er zo bezienswaardig was? En hoe hebben het alsmaar groeiende toerisme en de ruimtelijke ontwikkeling van de stad elkaar beïnvloed?Wat bezienswaardig is, verandert voortdurend. De vroegnegentiende-eeuwse toeristen kwamen voor de haven, de Joodse Wijk en de liefdadigheidsinstellingen. Een halve eeuw later werd Amsterdam ook interessant in cultureel en architectonisch opzicht. Eind jaren zestig ontdekten bezoekers de stad als een plek waar alles kan en mag, iets waar we de gevolgen maar al te goed van kennen. Vandaag de dag doen de lange rijen voor een fotogenieke stroopwafel ons afvragen: is dit het lot van de historische stad, of is het tij nog te keren?Aan de hand van tweehonderd jaar aan reisgidsen ontleedt Sophie van Ginneken de wording van Amsterdam als toeristenstad. Daarmee laat dit boek niet alleen zien hoezeer toerisme onderdeel is van de moderne stadsontwikkeling, maar is het tegelijk het verhaal van hoe een bezienswaardige stad wordt gemaakt.